Boek: “Zwijnestaarten van Ieper”.
Lees hieronder het persbericht:
Lees hieronder het persbericht:
Download hier het persbericht Zwijnestaarten van Ieper
Vertaling voorwoord “Zwijnestaarten”
Het voorliggende boek “Zwijn staarten van Ieper” van de beeldend kunstenaar Geert Koevoets heeft voor enkelen van u misschien een wat vreemde titel. Maar verdiept u zich in het wereldoorlog-gebeuren en kent u de interesse daarvoor van de kunstenaar, dan wordt deze titel duidelijk.
Het Duitse begrip Schweineschwänze (Nederlands / Vlaams Zwijnestaarten en Waals / Frans Queue de cochon) verwijst hier niet naar een varkensstaart, maar is de bijnaam van een militaire uitvinding uit de Eerste Wereldoorlog. Het zijn ijzeren staven die aan een uiteinde tot spiralen of ringen zijn gebogen. Ze werden gebruikt om prikkeldraad te bevestigen, en daarmee zowel versperringen tegen de vijand als ook beveiliging van de eigen loopgraven te creëren. Deze staven zijn miljoenen keren geproduceerd en ingezet in het veld, beeldbepalend op historische foto’s en in groten getale aangetroffen in de aarde van de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog; ze zijn kenmerkend voor de stellingoorlog in Vlaanderen.
De stad Ieper, in het zuidwesten van Vlaanderen, werd in de Eerste Wereldoorlog volledig verwoest.
De veldslagen van Ieper (1914, 1915 en 1917) kenmerkten zich door gevechten met extreem grote verliezen en omdat er voor het eerst gifgas werd ingezet.
De Eerste Wereldoorlog heeft in Europa zijn sporen achtergelaten, zowel fysiek / lichamelijk als ook psychisch / mentaal en is een keerpunt tussen de 19e en 20e eeuw. Ieper is een voorbeeld en staat symbool voor de Eerste Wereldoorlog.
Dit boek neemt u mee naar de slagvelden en het biedt met teksten, beeldmateriaal / foto’s en kunst inzicht in wat deze Eerste Wereldoorlog heeft betekend en vandaag de dag voor ons nog betekenen kan.
Marco van Bel
Directeur Museum en Curator
Museum Schlosspark Bad Kreuznach
“De Eerste Wereldoorlog, een echo / reflectie in het denken en de kunst van Geert Koevoets”
De kunst van Geert Koevoets, met zijn schilderijen en installaties die zich bezighouden met “zijn” thema – de Eerste Wereldoorlog – is tegelijkertijd zeer aanwezig en ingetogen. Ze is niet schreeuwerig of gericht op het trekken van de aandacht van een publiek, maar eerder beschouwend over de verschrikkingen van de eerste wereldwijde en deels technologisch ontwikkelde oorlog.
Enerzijds houdt Geert Koevoets met zijn kunst de herinnering aan deze wereldschokkende oorlog levend en anderzijds legt hij de nadruk op wat oorlog werkelijk is:
vernietiging en lijden, maar ook verandering en de omwenteling van de samenleving.
Een ander thema in zijn artistieke werk betreft de kunst en fotografie – media die oorlogen en machthebbers, maar vanaf het tweede kwart van de 20e eeuw ook hun slachtoffers, een gezicht geven, ze ogenschijnlijk documenteren en hun impact versterken.
Geert Koevoets verwerkt de vele facetten van de Eerste Wereldoorlog vooral in zijn beeldend werk door middel van landschappen – de landschappen van de Eerste Wereldoorlog. Deze zijn, zelfs nu nog, na meer dan 110 jaar, zichtbaar en voelbaar. Hoewel ze door de tijd, de natuur en de mens zijn veranderd, dragen ze nog steeds de groeven en littekens van een oorlog die de geschiedenis van veel landen en miljoenen mensen heeft bepaald.
Een ander belangrijk aspect van zijn werk is zijn beeldhouwkunst en ruimtelijke installaties rond het thema van de Eerste Wereldoorlog, waarbij de mens nu centraal staat en het landschap als onderwerp naar de achtergrond verdwijnt. Vormen die menselijke lichaamsdelen en hoofden suggereren – evenals realistische weergaven van historische oorlogsscènes en portretten – dienen als symbool voor het individu en de fysieke en psychische impact van de oorlog op de mens, en indirect op de samenleving en de geschiedenis.
De landschappen en menselijke figuren in het werk van Geert Koevoets worden in overdrachtelijke zin een psychogram van de Eerste Wereldoorlog en vormen tegelijk een symbool voor alle oorlogen.
In de visuele media, op televisie en in de fotografie, is oorlog in het algemeen een verdienmodel. Het nieuws buitelt over elkaar heen, indringende of sensationele foto’s volgen elkaar in hoog tempo op – met enkele uitzonderingen van echt goede reportages of persfoto’s. Veel wordt snel vergeten en de kijker keert terug naar zijn dagelijkse leven. Alleen als virtueel oorlogsspel blijft het onderwerp populair.
De kunst van Geert Koevoets daarentegen heeft een zachte stem, maar met een des te krachtiger effect: ze nodigt uit tot kijken en nadenken, en kan de toeschouwer op een emotionele manier raken en beïnvloeden.
Kunst en oorlog door de geschiedenis heen
Door de eeuwen heen heeft kunst talloze kunsthistorisch belangrijke en maatschappelijk invloedrijke werken voortgebracht die direct of indirect verband houden met oorlog.
Kunstenaars zoals Jacques Callot, Francisco de Goya, Eugène Delacroix, George Grosz en Otto Dix hebben op indrukwekkende wijze oorlog afgebeeld en daarmee een onthutsend beeld van de menselijke natuur gegeven.
De apocalyptische landschappen van Ludwig Meidner (vanaf 1912), met hun catastrofale taferelen van brandende steden, kometen en vuurkolommen aan de hemel, bevolkt door paniekerige mensenmassa’s, lijken al visioenen en voortekenen van de Eerste Wereldoorlog te zijn.
Een ander voorbeeld uit de moderne beeldende kunst is Pablo Picasso’s Guernica (1937), dat de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog verbeeldt. Een hedendaags kunstenaar die oorlog en geschiedenis in zijn kunst verwerkt, is Anselm Kiefer, die zich vooral bezighoudt met de recente geschiedenis – met name de Tweede Wereldoorlog.
In het laatste kwart van de 20e en het eerste kwart van de 21e eeuw vormt de Nederlandse kunstenaar Geert Koevoets (*1957) een uitzondering. Hij houdt zich al bijna dertig jaar intensief bezig met de Eerste Wereldoorlog. Zijn reis door West-Vlaanderen (België) in 1997 was de aanleiding.
West-Vlaanderen was een van de belangrijkste strijdtonelen van de oorlog van 1914-18, en zoals in de inleiding al beschreven, is die oorlog nog steeds zichtbaar in het landschap. De fascinatie voor deze landschappen en plaatsen als Ieper wekte Koevoets’ interesse.
Landschap en oorlog zijn universele thema’s die de kunstenaar in zijn werk over de Eerste Wereldoorlog verwerkt, waarbij uiteindelijk de mens en zijn daden centraal staan.
Fotografie en de Eerste Wereldoorlog
Naast historische schilderijen speelde fotografie vanaf het late 19e-eeuwse een steeds grotere rol bij de weergave van oorlogsgebeurtenissen. Ze verdrong de oude informatiebronnen (zoals toespraken, boeken, schilderijen en grafiek). Foto’s werden een massamedium en beïnvloedden de publieke opinie. Ze werden het visuele medium van een geïndustrialiseerde oorlog.
De kunstwerken van Geert Koevoets maken gebruik van historische oorlogsfoto’s – vaak propagandafoto’s – als basis voor zijn eigen beeldtaal. Hij zet ze op een onthullende en effectieve manier in. Hierdoor krijgt de ogenschijnlijk neutrale en documenterende foto een nieuwe betekenis: het verraadt de intentie van de maker.
De extreem vergrote afdrukken – bijna levensgrote weergaven van gebombardeerde landschappen, vernietigde dorpen of loopgraven – bieden een realistischere blik en een veel emotionelere benadering dan de ogenschijnlijk onschuldige propagandafoto’s.
Voorbeelden hiervan zijn:
Lichtsculpturen als symbool
Een bijzonder element in Koevoets’ werk zijn zijn lichtsculpturen. Deze verbeelden gebogen ijzeren pinnen die in de Eerste Wereldoorlog werden gebruikt om prikkeldraad vast te zetten. Ze kregen de bijnaam “Zwijnestaarten” (Queue de cochon).
Prikkeldraad en draadversperringen – de zogenaamde “Flandernzäune” – behoren tot de technologische innovaties van de Eerste Wereldoorlog en waren in combinatie met de honderden salvo’s van een enkel machinegeweer een van de dodelijkste militaire hindernissen.
De lichtsculpturen van Geert Koevoets symboliseren door hun historische vorm en functie de grens tussen bescherming en dood – het beruchte niemandsland.
Tegelijkertijd laat het gebruikte materiaal, het fragiele glas, en vooral het licht, iets anders zien:
De kleuren rood en blauw symboliseren de hemel en de aarde, maar ook de twee oorlogskampen:
de Duitsers tekenden hun frontlinies in rood op hun kaarten, de geallieerden in blauw.
Geert Koevoets weet door zijn keuze van foto’s, de ruimtelijke compositie en de combinatie met lichtsculpturen een eigen stijl te ontwikkelen zonder de oorlog te esthetiseren of te bagatelliseren. Zijn kunst is ingetogen, maar tegelijkertijd krachtig en emotioneel indringend: verontrustend in zowel effect als boodschap.
Marco van Bel
Museumsdirecteur en curator
Museum Schlosspark Bad Kreuznach
Deze installatie is een visuele uitwerking van een novelle van Paul Alverdes door Geert Koevoets, met een nagebootst lazaret.
Paul Alverdes (*1897 in Straatsburg – †1979 in München) was een Duitse schrijver. Hij vocht in de Eerste Wereldoorlog aan het Somme-front en raakte ernstig gewond aan zijn strottenhoofd. Met zijn verhaal Die Pfeiferstube (voor het eerst gepubliceerd in 1929) brak hij nationaal door. Hierin worden vier soldaten met strottenhoofdverwondingen – drie Duitsers en een Engelsman – opgenomen in een lazaret. Ze kunnen alleen door te fluiten communiceren en vinden zo menselijk contact met elkaar.
Schrijver Alverdes verbloemde niets, maar stelde de oorlog ook niet ter discussie. Hij was ervan overtuigd dat de oorlog de mens ten goede kon veranderen en wilde dit ook literair uitbeelden. Ook andere kunstenaars trokken vol enthousiasme de Eerste Wereldoorlog in – en sneuvelden op het slagveld, zoals August Macke (†1914) en Franz Marc (†1916).
De installatie De Fluiterszaal van Geert Koevoets verbeeldt het boek Die Pfeiferstube, dat hoop op verbroedering en begrip door communicatie (tussen vijanden) in zich draagt – en tegelijkertijd verbloemt ook dit kunstwerk niets. Het ontmaskert de oorlog en het medium van propaganda, de vergoelijking en de mis- of desinformatie.
Deze installatie bestaat uit een aantal bedden, die symbool staan voor de locatie en toestand van de personen of oorlogsslachtoffers. Van een leren brancard, waarmee gewonden of gesneuvelden van het slagveld werden gedragen, tot een operatie- en sectietafel en de metalen bedden. Laatstgenoemde staan voor de zieken of herstellenden in het veilige lazaret achter het front of in het thuisland.
De kamerschermen bestaan uit grootformaat reproducties van propagandafoto’s van oorlogslazaretten en soldaten. Ze tonen onderkomens in de loopgraven tot aan ziekenhuizen. Deze foto’s waren onspectaculair, ja zelfs bijna geflatteerde beelden van de oorlog voor het thuisfront. De bevolking kreeg met deze propagandafoto’s eerder de indruk van een vakantie van soldaten naar Frankrijk dan van de harde realiteit van de oorlog: verminkten met afgerukte ledematen of mensen die ellendig door gifgas stikten. Doden en nevenschade mochten vrijwel nooit worden gepubliceerd of getoond.
De censuur werd in de Eerste Wereldoorlog voor het eerst consequent door de staat ingevoerd als middel om de samenleving te beïnvloeden.
Marco van Bel
Museumdirecteur en curator
Museum Schlosspark
Bad Kreuznach
Memory of Landscapes (2009)
De Engelse titel Memory of Landscapes – vrij vertaald als Het geheugen van landschappen – is een beloopbare installatie bestaande uit vijf op linnen geprinte vergrotingen van luchtfoto’s van landschappen.
Deze luchtfoto’s dienden oorspronkelijk, in kleiner fotoformaat, niet als landschapsfotografie, maar voor militaire doeleinden. Ze werden voornamelijk gebruikt voor spionage en verkenning van vijandelijke posities, troepenbewegingen en voor de analyse van het succes of falen van eigen grond- en luchtaanvallen.
Door het gigantische, bijna levensgrote formaat trekt deze installatie de bezoeker in de beeldwereld en maakt de vernietiging van het landschap en de littekens van de oorlog – de totale verwoesting van de natuur en al het leven, inclusief de mens – duidelijk zichtbaar en bijna realistisch voelbaar.
De diepe inslagen van artilleriegranaten en de vele uitgegraven loopgraven uit de loopgravenoorlog zijn vandaag de dag nog steeds zichtbaar. Ze lijken op de voren van een omgeploegd veld – als een dodenakker – en bepalen het huidige landschap. Ze vormen het geheugen en de herinnering aan de Eerste Wereldoorlog. Memory of Landscapes verbeeldt deze geschiedenis, brengt de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog in beeld en staat symbool voor de vernietiging van de menselijke existentie.
Een apocalyptisch inferno.
De Eerste Wereldoorlog bracht op technologisch en militair-strategisch gebied veel fundamentele innovaties die deze en alle toekomstige oorlogen zouden revolutioneren. Een van de belangrijkste veranderingen was de inzet van mobiele luchtvaartuigen zoals de zeppelin en, vooral, de effectievere en wendbaardere vliegtuigen.
Het apocalyptische landschap van Geert Koevoets roept associaties op met een andere kunstenaar uit de moderne tijd: Ludwig Meidner. Zijn sterk expressionistische olieverfschilderijen uit de jaren 1910 leken de Eerste Wereldoorlog al te voorspellen. Het werk van Geert Koevoets is zowel thematisch als symbolisch vergelijkbaar. Het contrast en het spel met realistische, naturalistische beelddetails en de bijna abstracte composities en elementen, in combinatie met de neon-lichtsculpturen, tonen de beeldtaal van de 21e eeuw en de moderne kunst. Het is een reflectie op deze historische omwenteling en oorlog.
Marco van Bel
Museumdirecteur en curator
Museum Schlosspark Bad Kreuznach
In zijn nieuwste werk Entrepôt behandelt Geert Koevoets een andere “vernieuwing” op de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog. Een nieuw strijdmiddel werd in 1915 voor het eerst in Ieper ingezet: gifgas.
Een uiterst effectief en tot dan toe onbekend middel dat soldaten van alle strijdende partijen angst inboezemde. Ondanks de internationale veroordeling als oorlogsmisdaad wordt het tot op de dag van vandaag nog steeds gebruikt. Welke natie in de Eerste Wereldoorlog ook gifgas inzette, geen enkele kon er zeker van zijn dat – wanneer de wind draaide – het niet hun eigen soldaten zou treffen. Aanvankelijk was er geen beschermende uitrusting (pas vanaf 1917 werden de eerste betere gasmaskers ontwikkeld).
Gifgas werd een gevreesde vijand die niet alleen bij meer dan een miljoen soldaten enorme lichamelijke pijn veroorzaakte en voor honderdduizenden de dood betekende, maar ook demoralisering teweegbracht en propagandistisch werd uitgebuit. Gifgas, een goedkoop en door wetenschappers in laboratoria geproduceerd strijdmiddel, werd sindsdien een vorm van strategische en psychologische oorlogsvoering. Sinds Ieper 1915 heeft de wetenschap haar onschuld verloren en staat zij op een tweesprong: het verbeteren van de levensomstandigheden van mensen of het vernietigen van menselijk leven.
In april 1915 begon in Ieper de verschrikking. Het gebruik van gifgas zaaide grote angst onder de soldaten, omdat het gas zich ongecontroleerd door de loopgraven verspreidde. Soldaten wankelden blind, hoestend en rood aangelopen uit de loopgraven. Op het slagveld bleven dode lichamen achter in verkrampte houdingen en verstijfde lichaamshoudingen in vreemde kleuren.
De chemische oorlogsvoering tijdens de Eerste Wereldoorlog vormt de basis voor het kunstwerk Entrepôt. Dit is een installatie bestaande uit een rudimentaire metalen/staalconstructie met daartussen glazen platen, vergelijkbaar met een rek. In het aangegeven rek liggen keramische hoofden waarvan de halzen afgescheurd lijken, sommigen missen hun schedeldak, anderen zijn verbrijzeld. Ze hebben verschillende tinten (van rood tot zwart) en de gezichtsuitdrukkingen tonen een misvormde fysiognomie. De hoofden lijken nauwelijks meer op mensen, maar eerder op objecten, anoniem en achteloos neergelegd in een rek van een magazijn (entrepôt in het Frans). De bustes of hoofden zijn geen portretten, maar tonen de vernietigde identiteit van een individu. Ze symboliseren de vervangbaarheid van een persoon en de militaire waarde van een soldaat – ze waren en zijn slechts een nummer, kanonnenvoer.
De weergave van de hoofden herinnert ook aan een ander fenomeen van de Eerste Wereldoorlog: een miljoenenleger keerde met ernstige verminkingen, ook in het gezicht, terug en werd door de eigen bevolking misprezen en veracht als de grote verliezers. De gezichtsverminkten leden bijzonder onder hun verwondingen, omdat ze op het slagveld van hun identiteit waren beroofd. In Frankrijk werden deze mensen gueules cassées genoemd, “ingeslagen gezichten”.
Het in 1924 verschenen boek van Ernst Friedrich, Krieg dem Kriege, met foto’s van gruwelijk verminkte soldaten, zorgde in Duitsland en wereldwijd voor een schandaal. De mensheid herkende haar eigen ondergang niet en wendde zich liever tot geïdealiseerde helden en slagvelden, die ironisch genoeg de naam “Ereveld” kregen. Slechts vijftien jaar na het einde van de Eerste Wereldoorlog begon de Tweede Wereldoorlog al.
De installatie Entrepôt is zowel een sculptuur als een monument voor de fysiek en psychisch verminkten, de oorlogsslachtoffers, aan wie een “gezicht” wordt gegeven. Het is een plaats van herinnering en reflectie over de gruweldaden van oorlog en in het bijzonder chemische oorlogsvoering.
Vrede en oorlog, de spanning tussen leven en dood, menselijkheid of beestachtigheid, acceptatie of uitsluiting – dit zijn fundamentele thema’s van het menselijk bestaan en worden in de kunst van Geert Koevoets gesymboliseerd.
Marco van Bel
Museumdirecteur en curator
Museum Schlosspark
Bad Kreuznach